Het St Anna Gilde Westerhoven, deel 2

De oudste vereniging van Westerhoven en een onderdeel van de gemeenschap is het St. Anna Gilde.

Een geschiedenis over hen die ongetwijfeld ook de geschiedenis is van het dorp Westerhoven.

De geschiedenis van het gilde van 1400 – 1648

Wanneer zal de St. Anna gilde ontstaan zijn?

We kennen alleen de heroprichtingsdatum van 1760 maar.

Er zijn enkele mogelijkheden.

Om te bekijken of de datum van de oprichting van de St Anna gilde te Riethoven in 1488 ook voor onze gilde kan gelden volgen we de gebeurtenissen vanaf de 15e eeuw in het Hertogdom Brabant.

Het “Bourgondisch” tijdperk ving aan met Philips de Goede en omstreeks 1450 begon wat men noemt de “Gouden Eeuw” voor Brabant.

De eindperiode hiervan is bij de troonafstand van Hertog Karel V in 1555. Tijdens deze eeuw kwamen de gilden tot volgroeidheid en is dit mijns inziens ook een goede mogelijkheid waarin onze gilde is ontstaan. We gaan hier wat nader op in.

In 1442 werd Riethoven en in 1444 werd Westerhoven een zelfstandige kerkelijke parochie, althans kregen meer privilege’s, wat een reden te meer zal zijn geweest tot het oprichten van een zelfstandige gilde. Daarvoor vielen wij onder de parochie van Bergeyk. Maar Dommelen en Borkel hoorden onder de parochie van Westerhoven.

En omstreeks 1460 ging Westerhoven onder de dingbank Bergeyk horen die zich afscheidde van de dingbank Eersel. De dingbank is de voorloper van de gemeente. Maar waarom dan toen niet. In 1445 verbood Philips de Goede het nieuw stichten van een schuttersgilde. Bij zijn zoon, Karel de I, de Stoute genaamd werd dit al wat beter (1467‑1477).

In 1471 vind ik een vermelding over gilden terug. Door de vele oorlogen waren Amiens en St Quintin bij gebrek aan geregeld krijgsvolk veroverd door de Koning van Frankrijk. Daarom werd door Karel de Stoute ter verdediging van de grenzen het eerste vaste huurleger opgericht van 800 ruiters.

Daarbij werd vermeld:”Voorheen waren de Burgerijen der steden en inwoners van het platte land, onder Hoplieden in Schutterijen, vaandelen of zoge­naamde gilden verdeeld, gewoon geweest te velde te trekken.” Niet dat dit met de aanname van een vast leger voorbij was. Dit geeft wel aan dat er op het platte land reeds gildes waren. Waarschijnlijk in Westerhoven nog niet, maar in Bergeyk en Eersel al wel. Het St. Jorisgilde te Bergeyk bestond al voor het jaar 1463. Het onze lieve vrouwegilde te eersel zou voor 1480 gekomen zijn van de St Sebastiaansgilde.

In 1477 (tot 1482) kwam Maria van Bourgondie en zij vaardigde het “Groot Privilege” uit, waarbij de gewesten hun oude vrijheden herkregen en ingestelde verboden werden ingetrokken. Veel gilden zijn dan ook omstreeks 1477 opgericht of heropgericht.

Waarom deed zij dit? In dat jaar stierf namelijk Karel I tijdens een van de vele oorlogen. Maria volgde haar vader op en had bijstand van de adel, de steden en het volk nodig omdat de Hertog van Gelderland ook Hertog van Brabant wilde worden.

Maria trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk. Dat de strijd tussen Hertogin Maria van Bourgondien en de Hertog van Gelderland ook in deze streek gestreden werd, getuige het verslag van een grote slag in 1481 op de Leenderheide.

“Nadat Maximiliaan van Oostenrijk op 8 oktober de Utrechtenaren bedwongen had, kwam hij met een grote macht paarden‑ en voetvolk naar de Meierij. Verscheidene weken hielden zich de troepen daar op en berokkenden de ingezetenden grote schade. De bewoners verzetten zich hiertegen en boden moedig weerstand tegen de ongeveer 2600 Duitse voetknechten, die zich bij Budel en Maarheeze verzameld hadden om de Meierij in te trekken.

Hieruit ontstond bij Heeze en Leende een groot bloedbad en de duitse soldaten doden ongeveer 250 boeren. Men had hierop besloten op een teken van de klok zich bij Eindhoven te verzamelen, alwaar vele duizenden kwamen. De legers gingen echter hierop uiteen.”

Vele gilden zowel als overige mannen zullen daar gestreden hebben waarvan ook die van de Kempen. Men moet weten dat Westerhoven toen ongeveer 250 inwoners had. Bergeyk en Valkenswaard zullen niet meer dan 500 inwoners hebben gehad. In 1481 kwam het tot een bestand.

Maar hoe ging dan verders. In 1482 stierf plotseling Maria door een val van haar paard. Haar zoon Philip de III (de Schone genaamd) wordt Hertog van Brabant, maar is pas 4 jaar oud. Maximiliaan wordt voogd. Echter niet erkend door het Graafschap Vlaanderen. Weer is er oorlog. Op 19 maart 1485 volgt de inname van Eindhoven, 1500 voetknechten en 200 ruiters verblijven op het platte land. De oorlog duurt tot 1487 en Maximiliaan wordt te Brussel gevangengenomen.

De staten van Nederland, waaronder ons gebied hebben voor hem gevochten en weten in 1488 zijn vrijheid door losgeld te verkrijgen.

Een aantal jaren komt er nu rust, voordat de oorlog met de Hertog van Gelderland weer begint. Deze rust werd gebruikt voor de verbetering van het leven, uitbreiding van de kerken en zal ook geschikt zijn geweest om een gilde in de kleinere gemeenschappen op te richten, getuige ook het oprichten van de gilde van Riethoven in 1488.

In 1493 wordt vermeld dat “de gedurige invallen der Gelderschen en de zwerftochten dier ongedisciplineerde troepen brachten over de Meierij ongelukkige jaren.”

Gezien deze ontwikkelingen sloten Oosterwijk, Oerle, Oss, Rode, Oorschot, Lommel, Eersel, Bergeik, Waalre, Mierde en Beek in 1495 een overeenkomst om elkaar bij eventuele rampen bij te staan. Onder Bergeyk wordt in die tijd ook Westerhoven verstaan.

Dat dit niet altijd hielp blijkt uit het jaar 1506.

De Hertog Philips ging naar Spanje en Karel hervatte de oorlog. Zijn aanvoerder was Robert van Aremberg, die met een grote krijgsmacht uit Frankrijk in Roermond binnen viel, vanwaar hij de Meierij binnenviel.

Den 2e oktober plunderde hij de dorpen Heeze, Leende en Someren geheel uit; den 7e brandschatte hij Lommel. Vervolgens legde hij de dorpen Rethij, Dessel, alsook de schaapskooien van Postel in asch en brandschatte hij Turnhout voor 9000 Rijnguldens. Hetzelfde deed hij met Eersel en Bergeik. Een brandschatting wil zeggen een schatting opleggen met bedreiging van brand, wat in die tijd heel gebruikelijk was. Men betaalde er de troepen mee.

In 1529 begon de tachtigjarige oorlog die duurde tot 1608. Een oorlog die zijn sporen diep heeft nagelaten. In 1538 overleed Karel van Gelder. Maarten van Rossum wordt uitgezonden met een leger van 14000 man voetvolk en 2000 ruiters. De Meierij moest het eerst misgelden. Hierbij wordt vermeld: “Hij plunderde, verbrandde of brandschatte schier alle dorpen; waarom hij nog tot heden “Maarten den Brander” wordt genoemd.

In 1581 wordt Eindhoven ingenomen op last van Willem van Oranje. Hierbij wordt vermeldt dat “stad Eijnthoven is wel ghefortificeerd ende heeft de vijant deur middel van dien over de Kempen ende het plat lant ettelijke duisenden alle maenden gelicht.” Kortom er moest weer betaald worden. Eindhoven werd 4 maal ingenomen en hernomen. En zowel dit overrompelen als dat belegeren met alles wat daarbij hoorde, was voor Eindhoven en omliggende dorpen allernoodlotigst. Tijdens het laatste beleg werd o.a. het dorp Eersel door de spanjaarden geplundert en verbrand.

In 1583 tijdens de belegering van de stad Eindhoven werd het platte land door die belegering verwoest, zodat vele ingezetenen huizen en landerijen verlieten en zich binnen de bemuurde steden begaven. In 1587 was het de Graaf Hohenlohe die de dorpen om Eindhoven plunderde en uitbrandde, en in 1592 neemt Prins Maurits het kasteel van Bergeik in en Mondragon herneemt het en beslecht het. Het kasteel te Bergeyk heeft maar een jaar gestaan.

Dat de weerbaarheid ook nodig was in ons dorp blijkt uit een verslag uit 1598 betreffende 14 spaanse soldaten komende uit Weert die Westerhoven aandoen. Het verhaalt:

“Jan Daris, oudt 26 jaeren, verclaert, dat hij op den 6 augusti 1598 is gecomen van Borckel naer Westerhoven, alwaer hij heeft gesien een trop van soldaten, sterck wesende xiii (13) of xiiii (14) onbegrepen, die den huyslieden hunne peerden waeren affnemende ende, onder die huyslieden schietende, sulcke outrages bedreven, dat die huyslieden moesten vlieden ende hunne domicilie verlaeten; ende oyk gesien ende gehoort, dat die vrouwpersoonen ende met mitz den grooten overlast, die de voirscr. soldaeten den vrouwen waeren doende, syn die mans hunne vrouwen ende andere huyslieden te hulpe coomen, soo datter eenen jongen is geweest van achttien jaeren, die eenen schuet met een roere (geweer) deede, waermede, soo hem dochte, een soldaet trefte int dick van synen been boven die knie ende welck noch jegenwordich is liggende binnen Westerhoven. Verclaerde oyck hy, deponent, dat dieselve soldaeten diversche schueten hebben geschooten onder de huysliedens voor ende aleer die voirscr. huyslieden hun te weere worpen of resistentie presenteerden.”

Deze soldaten hoorden bij het Regiment van Capiteijn Switz. Westerhoven was nog gelukkig geweest, want het gehele Regiment van 300 soldaten was op 27 juni 1598 in Bergeyk geweest. Westerhoven kon zich verweren en mogelijk dat de 18-jarige jongen een lid van de gilde was geweest. Hij was overigens de enige die raak schoot.

In 1599 waren muitende soldaten, spanjaarden in Dommelen en in 1603 dreigde een spaans escadron, te Valkenswaard gelegerd, Eindhoven en de dorpen van Kempenland te komen afbranden, als men aan het garnizoen te Hemond geen levensmiddelen en geld zonden. Het gevolg hiervan is niet bekend.

Na de tachtigjarige oorlog komt het Twaalf‑jarig bestand van 1609‑1621. De Meierij geniet enige rust, die zij in lange jaren nog niet genoten hadden. Vanaf 1579 had de oorlog onafgebroken gewoed en hadden zij zware belastingen moeten opbrengen. Alles begon nu weer wat op te leven.

Ook deze tijd wordt gebruikt om gildes op te richten en is een kanshebber voor onze oprichtingsdatum.

In 1633 leed Westerhoven veel van de Staatse troepen en in 1635 hadden de dorpen van woeste benden veel te verduren. Dagelijks hoorde men toen van uitplunderen van dorpen, kloosters, kerken en schansen, buiten bevel der overheid.

In 1648 begint de volgende periode.

2019

Jacques van Veldhoven