De oudste vereniging van Westerhoven en een onderdeel van de gemeenschap is het St. Anna Gilde.
Een geschiedenis over hen die ongetwijfeld ook de geschiedenis is van het dorp Westerhoven.
Mijmeringen
Om de groei of ontstaan van onze gilde te kunnen begrijpen moeten de gebeurtenissen van onze streek volgen. De streek waar wij wonen is weer te verdelen in een aantal kleinere gebieden. Deze gebieden werden gemaakt door hun ligging, hun gebondenheid onderling en de indeling tot kerkelijke en wereldlijke parochies.
Ons gebied betrof Bergeyk, Luiksgestel, Westerhoven, Riethoven, Dommelen en Borkel. Bergeyk was het centrum hiervan. Als kerkelijke parochie werd in 1442 Riethoven en in 1444 Westerhoven zelfstandig. Borkel hoorde toen al kerkelijk onder Westerhoven en in 1444 werd Dommelen ook hierbij gevoegd. In 1565 was er een geschil tussen de pastoor van Westerhoven en de priester van Dommelen en werd Dommelen zelfstandig. Ongeveer 1690 vond de vereniging plaats van Borkel en Schaft en werd Borkel van Westerhoven gescheiden. Luiksgestel werd in de 16e eeuw, na 1558 onafhankelijk, doch heeft een iets andere positie dan de andere parochies omdat het onder het prinsbisdom Luik viel. Verbindingen onderling tussen alle dorpen bleven bestaan.
De scheiding met het Oost/zuidelijk gebied was de Dommel, vandaar dat Schaft hoorde bij de Heerlijkheid Waalre ‑ Valkenswaard. Noordelijk was de Run de voornaamste scheiding met het gebied van Eersel en Luiksgestel hoorde onder het Luikse.
Er zijn een aantal vergelijkingen te maken met onze buurgilden. Luiksgestel heeft de St. Martinusgilde opgericht in 1595, dus na het zelfstandig worden van de parochie. Zij heeft dezelfde naam als die de Dommelse gilde in 1843 aannam.
In Dommelen is de St. Martinus gilde van het H. Sacrament. De gilde werd opgericht op 28 februari 1623 als “de broederschap van ’t Allerheiligste Sacrament, dus 58 jaar na de kerkelijke afscheiding van Westerhoven. In 1843 werd een nieuwe kaart gemaakt, waarop deze gilde H. Martinus kwam te heten. De Sacramentsgilde is ook in Bergeyk aanwezig. Toeval?
De St. Anna gilde te Riethoven heeft dezelfde naam als die van Westerhoven en is opgericht in 1488, dus 46 jaar na de afscheiding met Bergeyk.
Schaft werd in 1781 opgericht, 91 jaar na de afscheiding van Valkenswaard en de vereniging met Borkel. De gilde in Schaft heet de St. Petrus Banden, zoals de Hofkerk te Bergeyk. Ook toeval?
Tenslotte is er in Borkel de gilde H. Sebastianus die een Reglement hebben van 15 juli 1780, 90 jaar na de afscheiding van Westerhoven.
Over Borkel nog meer kanttekeningen te plaatsen. Vergaderingen worden gehouden op St. Jacob (vele gronden waren van de abdij St. Jacob te Luik) St. Anna en andere dagen. Er was ook een St. Sebastianus gilde te Bergeyk en St. Anna in Wester- en Riethoven. Wederom toeval?
Een van de eerste schilden van Borkel is van een Dubbel‑Koning in 1769 (twee keer koning geschoten) terwijl om de 3 jaar wordt geschoten. Dit houdt in dat de feitelijke oprichting van Borkel omstreeks 1766 of iets eerder moet liggen, dus direct na de heroprichting van de St. Anna‑gilde te Westerhoven!!!!!! Er is een ouder schild uit 1766 en dat is van de koning van de Lieve Vrouwe Guld te Borkel. Heeft Borkel ook zo’n periode gehad van op sterven na dood zijn, zoals Westerhoven heeft gehad na 1750? En was de oude naam van de gilde van Borkel dan anders? Er is een akte uit Bergeyk van 1599, die verwijst naar een akte uit 1571 betreffende te betalen rente aan “de gulden vanonser vrouwen tot borckel”.
Zou Westerhoven dan voor zijn heroprichting ook een andere naam hebben gehad?
Laten we eens kijken naar de moederkerk te Bergeyk. Oudtijds vond men in de Hofkerk 4 kapellen t.w. 1. de kapel van de H. Sacrament, met wier bouw blijkens haar opschrift het gilde van het H. Sacrament in 1537 begonnen was en die in 1540 voltooid werd; 2. de kapel van St. Sebastiaan, in de 16e eeuw gebouwd, voornamelijk uit de milde bijdragen van Joannes van den Berghe; 3. de kapel van St. Pieter, welke door de handboogschutterij van dien naam , het tegenwoordige St. Jorisgilde van Bergeik, versierd was; 4. de kapel van St. Barbara, die door de gilde van de H. Barbara gedoteerd was; al deze kapellen behoorden aan de vier gilden van haren naam, welke men oudtijds te Bergeik had.
De H. Sacramentsgilde en de St. Jorisgilde bestaan nog steeds. Van de twee andere gilden, de St. Sebastiaan en St. Barbaragilde is alleen dit gegeven bekend. Maar laten we eens verder kijken.
In 1876 verhaalt L. Schutjes over de Kerk van Bergeyk dat de vier gilden aldaar hun altaren hadden.
De Gilde van St. Barbara is wel te Bergeyk geweest, doch is zeer lang geleden weer verdwenen. In 1520 had de Kerk al een “altare s. Mariae Magdalenae et Barbarae”. Westerhoven had toen twee altaren t.w. Altare Maria en ….. altare Barbarae!!!!!
Een dergelijk altare bestond niet in Riethoven en beide kerken zijn in resp.1442 en 1444 van de Kerk van Bergeyk afgescheiden. Is de gilde van St. Barbara naar Westerhoven overgegaan en derhalve uit Bergeyk verdwenen?
We gaan verder zoeken. Betreffende het St. Barbara altaar te Bergeyk is nog bekend “In 1402 verleende eene grondrente Heer Willem Henrix als rector altaris Beatae Barbarae” en “In 1623 betaalde aan het Domein eene grondrente: Heer Isaeck Wachtelaer, priester, rector van St. Barbaraaltaar te Bergeijck.” In 1648 is er een wijziging te Bergeyk ondergaan. Het altaar van St. Barbara is verdwenen en er verschijnt een nieuw altaar ten tonele. Dit altaar is de tweede mogelijkheid voor onze herkomst. Het nieuw genoemde altaar is namelijk “het St Anna Altaer binnen Bergeijck”
Over dit altaar werd verder vermeld ” In 1632 werd een legaat vermaakt tot reparatie van Sinte Anna Altaer binnen Bergeijck” en “in 1634 verklaarden voor Schepenen van Bergeijck Heer en Mr. Peter van Baelen, landtdeecken ende pastoir tot Bergeijck, Heer Isaac Wachtelaer en Heer Lambrecht Dionijss, cantoirs alhier, dat was afgelost eene rente, gelegateerd voor eene wekelijksche mis op den autaer St Anna binnen de kercke van Bergeijck”.
Over Mr. Peter van Baelen is ook nog wat te zeggen. Hij was de eerste en enige deken van het in 1621 nieuw opgerichte dekenaat Bergeijck. Hij was namelijk ook wel genaamd Balenus of naar zijn geboorteplaats Petrus RYTHOVIUS, hij was van Riethoven afkomstig, alwaar ook een St. Anna gilde zit!!!!!
Het is niet noodzakelijk dat het altaar verdween toen een gilde of mogelijk ook gedeelte van gilde overging. Ook is het goed mogelijk dat het gilde altijd al in Westerhoven of Riethoven heeft gezeten, doch hun altaar in de moederkerk te Bergeyk had. Er is in ieder geval nog genoeg te zoeken. In Riethoven wordt vermeld dat het gilde opgericht is in 1488, wat zeer wel mogelijk is. Ik denk dat de gilden uit Westerhoven en Riethoven beiden afstammen van de verdwenen St Barbaragilde uit Bergeijk . Overigens hangt in onze eigen kerk rechts naast het altaar een kastje aan de muur waar nog een St Barbara medaillon in hangt.
Op 16 juni 1648 kwam het bevel dat alle kerken binnen 8 dagen ontruimt moesten worden. De meubelen uit die kerken werden openbaar verkocht. De reformatie was begonnen. Het katholieke geloof werd verbannen. In eerste instantie zullen vrome gelovigen enkele goederen gekocht hebben in de hoop ze later weer terug te plaatsen. In sommige gevallen is dat gelukt. In Westerhoven niet. Ook de bevolking en alles wat Katholiek was in de Meyerij probeerde men te hervormen, dus waarschijnlijk ook de gildes.
De reformatie zou duren tot 1798 en heeft in anderhalve eeuw geen voet aan wal kunnen vatten. In 1741 gaf men al bijna openlijk toe dat 100 jaar reformatie in de Meyery geen zin had gehad.
In 1688 vielen de Fransen de Meyery binnen en brandden aldaar een tiental weerloze dorpen af. Van Bergeyk en Riethoven is bekend dat een aantal doopregisters verbrand zijn in die tijd. Is men mogelijk ook in Westerhoven geweest.
En als omstreeks 1702 de Frans legers ook nog plunderend door de dorpen gaan is er niet veel meer over. Zij blijven twaalf dagen in de omgeving van de dorpen waaronder Westerhoven. Vermoedelijk heeft de gilde nog iets doorgesukkeld maar omstreeks 1750 was het einde daar. Toch ziet men dat een gildebroeder trouw blijft aan zijn zaak, want 10 jaar later volgt de heroprichting in 1760 en begint men met goede moed en vol vertrouwen weer aan de gilde.
Jacques van Veldhoven