Mgr. Bannenberg, deel 3

DE WAARDE VAN DE PLAATSELIJKE TRADITIE

Deel 1

Mgr Bannenberg, geboren te Westerhoven in 1898 en gestorven als pastoor in Tilburg in 1967.

Dit is het tweede stuk van Mgr Bannenberg, wat ook over de Valentinuskapel gaat, gepubliceerd in Brabants Heem in 1949. Het wordt geplaatst in 2 delen.

De waarde van plaatselijke traditie

Op de onlangs gehouden heemkundige studiedagen werd o.a. gesproken over de patroonheiligen van kerken en kapellen in deze streken en het was bij die gelegenheid, dat de voorzitter van Brabants Heem, pastoor W. J. C. Binck, opnieuw blijk gaf van zijn intense belangstelling in de geschiedenis van ons gewest, maar ook van zijn praktische zin, door zijn oproep aan de aanwezigen om de plaatsen van de verdwenen kerken en kapellen op te sporen en de historie ervan te achterhalen.

Bij deze opsporingsarbeid naar verdwenen bedehuizen heeft men een goed uitgangspunt in de lijst van kerken en kapellen in het Kempenland van 1400. Men weet dan tenminste welke kerken en kapellen er toen in 1400 waren. Doch men zal verder moeten onderzoeken de plaatselijke geschiedenis, terwijl toponiemen soms duidelijk de weg wijzen naar de plaats van een verdwenen kerk of kapel.

Zo is het o.a. in het dorp Borkel, waar het gehucht ,,de Kapel” de plaats aanduidt, waar oudtijds een bedehuis stond; zo in het dorp Westerhoven, waar de naam van de Kerkakkers met een landweg, de Lijkweg, herinneren aan een verdwenen kerk en kerkhof.

Maar men doet er ook goed aan de plaatselijke traditie niet te verwaarlozen, want hetgeen van generatie op generatie wordt voortverteld bevat meestal een kern van historische waarheid en geeft ’n vingerwijzing voor verder onderzoek.

’n Merkwaardig voorbeeld daarvan geeft de opsporing van de verdwenen kapel bij het H.Putje van Sint Valentijn te Westerhoven, waarvan het verhaal hier moge volgen.

Kerken en kapellen van het domein Eijke

Naast het langgerekte domein van de voorname Frank Aengilbald, begrensd door Dommel en Tongelreep, waarop vroegtijdig door bisschop Willibrord een kerk van O.L.Vrouw werd gebouwd, strekte zich uit een ander domein van onbekende herkomst, nl. Eijke (—1150), later Eijkelberghe (1283), nu het land van Bergeijk.

Dat dit domein oorspronkelijk een eenheid vormde blijkt wel uit de eeuwen- lang gehandhaafde verbondenheid op kerkelijk en burgerlijk gebied.

Op dit domein werd vroegtijdig gesticht de kerk van de H.Petrus, ter plaatse van het Hof, welks naam aanduidt de plaats van het slot of Kasteel van Bergeijk en welke momenteel de Lind heet.

Deze kerk werd een voornaam bedehuis, was oorspronkelijk een eigen kerk, waarvan de tienden en het collatierecht in de XIIIe eeuw toebehoorden aan het geslacht van Eikelberghe en de Benedictijnerabdij van St. Jacob te Luik. Verschillende priesters waren eraan verbonden om de zielzorg in deze streek uit te oefenen. Want de dorpen Luijksgestel, Westerhoven, Riethoven, Dommelen en Berkel behoorden tot deze oude parochie.

Reeds vóór 1400 had Luijksgestel een kerk van de H. Martinus, Westerhoven en Riethoven een Servatius- en Willibrorduskerk, die tot het midden van de XVe eeuw vanuit de moederkerk bediend werden.

Later kwam daar nog bij de kerk van de H. Martinus te Dommelen. Behalve deze parochiekerken telde deze streek vele kapellen: een in Luijksgestel ter ere van het H.Kruis, een Lieve Vrouwekapel op de Weebosch, een H. Barbarakapel te Borkel, een St. Valentinuskapel te Westerhoven, waarvan die in Luijksgestel nog staat, de anderen zijn verdwenen.

Jacques van Veldhoven