Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk. Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.
Hij schreef in 1842:
Alvorens de reis naar de hoofdstad dezer Provincie, tot het afleggen van den eed als Schoolonderwijzer benoodigd, aan te vangen, was ik van een Feest getuige, het welk nimmer uit mijn geheugen zal verdwijnen. Ik bedoel de bijwoning der jaarlijksche bijeenkomst van de leden der alhier sinds eeuwen bestaande Broederschap of Gilde van St. Anna.
Even als het vorig jaar had zulks op Maandag 25sten en Dinsdag 26sten Julij, wanneer ook mijne vacantie begonnen was, plaats. Ieder die deze feestelijke Vereeniging als Vreemdeling komt bijwonen wordt door de daarbij behoorende vrouwen een kransje van bloemen, enz vervaardigd en op het hoofd gedaan; waarvoor zij van den gekroonden eene kleine gift bekomen.
Geen lid van de Broederschap zijnde, gebeurde mij eveneens. Echter werd ik, na een poos tijds, met een fraai en grooter bloemenkrans verrast, hetwelk men mij met geestdrift, ter vervanging van het eerst ontvangene aanbood; en waarmede ik, zeiden zij, als Meester gekroond werd; want, niettegenstaande ik, tot hiertoe, mijne benoeming aan zeer weinigen had bekend gemaakt, waren zij er ( zoo als bleek) nogthans van bewust.
Ik wilde hun dan ook, zoo veel mogelijk, wederkerig vreugde verschaffen en, ten tijde van weder vriendschap, voor deze extra gemaakte versiering, eenig geldstuk schenken, waarover zij mij hunne dubbele tevreden- en dankbaarheid betuigden.
En inderdaad, zij deelden zigtbaar in mijne blijdschap; ook ontving ik van menigeen nog eenvoudige, doch welgemende felicitatien.
Doch genoeg, ik betuig nimmer een feest te hebben bijgewoond, waar ik zuiverder genoegen heb gesmaakt, dan onder de Leden der Gilde te Westerhoven toen hartelijk gevierd.
Daar ik mijn vacantie op vijf weken bepaald had, aanvaarde ik eerst op Maandag 29 augustus 1842 definitief de School, dewelke ik dus bijna 2 jaren tijdelijk had waargenomen.
Dit is reeds eenen langen, doch voor mij schoonen tijd geweest; naardien ik in dit eenvoudig maar vreedzaam dorp zoo vergenoegd leef, als ik immer zoude wenschen.
Ik hoop het geluk te hebben, zulks eenigen tijd te kunnen zeggen.
Het verdient opmerking, goede Vrienden ! dat ik, sedert nagenoeg 2 eeuwen waarschijnlijk de eerste R. Cath. Schoolonderwijzer dezer Gemeente ben.
Gij weet immers uit onze geschiedenissen, dat de Katholijken der Meijerij (en verdere gedeelten van ons Vaderland) van het einde der 16de, tot het laatst der 18de eeuw op eene vreeselijke wijze zijn onderdrukt geworden en van alle regten en ambten verstoken waren. Met de vrede te Munster in 1648 gesloten, was de verdrukking nog harder geworden.
Kort na dezen vrede waren er in de Meijerij van ’s Bosch, reeds 51 Schoolmeesters van de nieuwe of gereformeerde religie aangestald en den 3 mei 1655, verscheen er aangaande de gewezene (Katholijke) schoolmeesters, een zeer streng plakkaat. Indien UE. Tevens bedenkt, dat de laatste Onderwijzer, (mijn voorzaat S, Lamm) dewelk in 1842 zijn vader opvolgde, ook protestant was, zult UE. Mijn gezegde wel beamen.
In Aug. 1840, werd mijn voorganger van zijn ambt als schoolonderwijzer ontzet. Op de eerste dag na mijn vacantie, den 29 Aug. kwam ik tot groot genoegen bij de heer Fr. Verhagen in den kost.
Dinsdag en woensdag 25 en 26 julij 1843, woonde ik weder, met zeer veel vermaak de jaarlijksche Vereeniging der leden van St Anna Gilde bij. Ik begaf mij alsdan mede als lid onder dezelve. Dewijl men mij met eenige plegtigheid inhuldigde, onthaalde ik de Oversten derzelve met een glas wijn. Dit alles had eerst Dinsdag nam. plaats. Den volgenden Zondag nam. waren de leden ook eenige uren vereeningd. Met het begin van dit Gilde-feestnamen tevens mijne vakantiedagen in aanvang.
Verder schrijft hij in 1844:
De Broederschap of het gilde van St. Anna hield Dond. 25 Julij en den volgende dag hunne jaarlijkse vereeniging, welke ik weder vertegenwoordigde. Eerstgenoemde dag hadden de Gildebroeders , 5 kwartier uurs op eenen koningsvogel geschoten, welke door Andries Moors ten 2 ¾ uur, behaald werd.
Den volgende nam. schoot men een prijsvogel; dit duurde ¾ uur. Sedert mijne woning te Westerhoven, was het vogelschieten dit jaar, voor de eerste maal geschied.
Het koningsschieten vond elke 3 of 4 jaar plaats. Andries Moors werd de nieuwe koning, maar heeft nooit een koningschild gegeven. Het gilde heeft een serie koningsschilden van 1760 t/m 1839, maar daarna niet meer tot 1972.
Wat leren we hieruit?
Mr Panken werd lid van het St. Anna Gilde in 1843 en bleef dat tot zijn dood in 1904. Hij is dus 61 Jaar lid geweest !!!
Verder geeft hij aan weer de eerste katholieke onderwijzer te zijn na 2 eeuwen protestantisme. Immers na de vrede van Munster in 1648 werd het katholieke geloof in het zuiden verboden en kwam er protestante onderwijzers. In 1839 eindigde de burgeroorlog met Belgie en splitste het nieuwe Nederland zich weer op in Belgie en Nederland. Eindelijk kwam er hierna een tijd van rust, vrede en godsdienstvrijheid.
De volgende keer gaan we hiermee verder.
Jacques van Veldhoven