Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk. Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.
In 1877 overleed de pastoor van Westerhoven, wat natuurlijk een indrukwekkende gebeurtenis was. Hieronder zijn helaas:
Onze weleer. Heer pastoor E. Van Lieshout werd in de nacht van 30 op 31 aug 1877 door een beroerte getroffen. Toch verrichtte nog dien ochtend de gewone zingende vrijdagse Mis, waarmee hij echter 1/2 uur later dan gewoonlijk aanving. Deze was de laatste kerkelijke dienst door zijner. Opgedragen en is door mij bijgewoond.
Zondagnacht verergerde zijne ziekte zodanig, dat zijn toestand hopeloos werd en de zeer Eerw. Heer Deken hem tussen de beide Missen, de sacramenten der stervenden toediende. ZHoogw. Maakte dit aan de communiebank staande, de gelovigen voor het begin der hoogdienst bekend, welke, alsmede des namiddags het Lof, door de Hoogw. Abt der Kluis geschiedde.
Schier zonder bewustzijn of gebruik van verversing lag hij de 5 laatste dagen en gaf op donderdag avond 6 sept ten 8 ure, in de leeftijd van 68 jaren, zijne ziel aan God weder.
Daar hij gedurende deze tijd geen ontlasting had gaf zijn lijk veel reuk, waarom chloorkalk, wierook enz in de pastorie werd aangewend. Alsook in een schone doodkist, waarin zijn lijk zaterdag avond (Maria geboorte) gelegd werd. Toen deze bij de begrafenis voor de pastorie geopend werd, ten einde het toegestroomde volk gelegenheid te verschaffen de dierbare herder een laatste afscheidsgroet te brengen, kwam daaruit een ondraaglijke reuk en walm, zodat vele toeschouwers plotseling terug traden.
Nagenoeg in het middag van ’t kerkhof is vrijdag en zaterdag, terwijl het lijk boven de aarde stond, een gemetseld graf, waarna 1900 bakstenen gebezigd zijn, gemaakt. De vloer bestaat uit gewone plavuizen. De aarde uit het niet aangevulde graf is tot ophoging van een pad langs het kerkhof gebezigd. Nadat het lijk in het graf was neergelaten zijn hierop enige planken gelegd en is het de volgende dag dicht gemetseld.
Gedurende 8 dagen, van 2 tot 9 sept is des middags in de kerk voor de waardige herder de rozenkrans gebeden. Op deze laatste zondag in namiddag om 4 uur zijn lijk met grote plechtigheid in de kerk geplaatst. Door 6 jongelingen werd de zware lijkkist gedragen, gevolgd door de Eeuw. Hr. Sengers Jesuit en de Ew.Hr. oud-pastoor, benevens een grote volksmenigte, waaronder verscheidene uit Bergeijk en enkele naburige parochies. De lijkkist werd in het middag der kerk geplaatst. De plechtigheden geschiedden door de Eeuw.Deken, bijgestaan door de Eerw. Hr Pastoor van Bergeijk en Asten (boezemvriend van de overledene) alle in uitnemend kostelijk nieuw rouwkerkgewaad. In het priesterkoor brandden een menigte zware waskaarsen o.a. 16 op 4 opzettelijk geplaatste candalabres, welke ook bij de uitvaart gebruikt zijn. Uit de lijkkist kwam slechts weinig reuk tijdens ze in de kerk stond, welke schier met volk gevuld was.
De volgende dag ten half 10 ure ving de zeer plechtige lijkmis en uitvaart aan, opgedragen door de zeer Ew.Deken geassisteerd door de Ew.pastoor van Bergeijk en Riethoven. Achter de lijkbaar bevond zich den genoemde Jesuit, neef van de overledene, wiens voorbeeldige levenswandel door de celebrant, in een lijkrede van 1/2 uur geschertst werd. Het ontstoken waslicht woog 120 oude ponden, een zwaarte in deze parochie of een andere in de nabuurschap, tot hiertoe, naar ik verneem, nog nimmer gebezigd. Ongeveer een 25 tal geestelijken, merendeel pastoros uit de omtrek woonden de plechtigheid bij. Na de Mis verrichten zij de kruisweg, voorgebeden door de Pastoor te Asten. Alle gebeden en plechtigheden, tijdens de ziekte en tot na de uitvaart in de kerk voor de ijverige herder gedaan en door mij hier gemeld, heb ik mede bijgewoond. Ook al de werkdagen in de week zijnde uitvaart is een zingende Mis voor hem opgedragen, waarin echter weinig of geen parochianen meer dan anders opgemerkt zijn, wat vooral aan de ongemeen drukte van de landarbeid moet toegewezen worden.
De overledene, een waardige priester, leefde steeds ordelijk, gedienstig, matig, waakzaam voor ’t zielenheil zijner kudde en bezat een zware, ruim middelbare lichaamsgestalte. Tijdens zijn 21 jarige pastoorschap genoot ik zijn omgang en spraken wij elkander wekelijks enige tijd.
Tot Pastoor is benoemd de weleerw.Heer J.M. van de Westelaken geboren te St. Michielsgestel, laatstelijk kapelaan te Zevenbergschehoek. Toen zijnEw. Deze betrekking te Eersel bekleedde en vroeger assistent te Dommelen was, genoot ik reeds zijne vriendschap en bezocht ik hem vaak. Hij arriveerde alhier des morgens van donderdag 20 sept 1877 op welke dag de meubelen van zijn voorganger publiek verkocht zijn. Den volgende dag keerde hij tot den laatsten dag der maand naar Zevenbergschehoek terug en fungeerde voorts als pastoor hier. Zijn doelmatige inleidingspreek op zondag 7 October gehouden, voldeed ieder aanhoorder.
Naast het graf van de Eerw.Hr Pastoor van Lieshout is, aan de hoofdzijde, door zijne erven, 27 maart 1878, een fraai zerken kruis, te zijner gedachtenis geplaatst. Op het bijna vierkant voetstuk staat het eenvoudige opschrift, op het kruis een kelk, doodshoofd enz. Een geruime tijd bracht ik bij het stellen van ’t kruis, des namiddags van gezegenden dag door; het is te Eindhoven vervaardigd.
Het graf van pastoor van Lieshout is er niet meer. Mogelijk verdwenen bij het opknappen van de oude begraafplaats op het einde van de vorige eeuw. Zijn navolger, pastoor van Westelaken, ligt er nog wel op de heuvel in het midden. Westelaken stierf in 1889, dus maar 11 jaar later dan Van Lieshout. Het was Westelaken die wel onze huidige kerk bouwde, ingewijd in 1886. En hij vernieuwde daarna ook de oude begraafplaats. Immers daar stond de oude kerk met begraafplaats op voor onze huidige kerk uit 1886.
Op de nieuw ontstane begraafplaats had hij een nieuw kruis ingezegend. En pastoor Westelaken werd onder dat kruis begraven.
De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.
Jacques van Veldhoven