Meester Panken, deel 17

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

De vorige keer hebben we het gehad over het ingebruiknemen van de huidige kerk. En we hebben het ook gehad over de kerk ervoor die op de oude begraafplaats gestaan had. Deze laatste  kerk was gebouwd van de stenen van de aloude kerk uit de akkers.

Over deze eerste kerk wil ik het nu hebben. Deze kerk stond in de akkers tussen het evenemententerrein en de provinciale weg N397. De zandweg naar de toenmalige kerk bestaat nog steeds.  Vanaf de Aarperstraat ga je de lange akkers in en voor het evenemententerrein ga je linksaf een zandpad op. Deze was genaamd de Lijkweg en later ook de Lijkstraat.

Deze weg loopt langs het evenemententerrein en de voetbalvelden naar de Heuvel. Halverwege deze weg stond in de akkers de oude kerk. Nog heel lang hebben hier 2 stalen staanders gestaan die het gilde gebruikte voor het koning schieten. Tot voor kort was deze zandweg nog voor 3/4 deel aanwezig, doch op dit moment zijn delen omgeploegd, wat natuurlijk niet had gemogen. Een zeker 750 jaar oude weg mag je niet zomaar verwijderen. De gemeente heeft gelukkig toegezegd het weer te laten herstellen, zodat we ook daar in de toekomst ook prima kunnen wandelen.

Wat weten nog van deze kerk. De kerk is omstreeks 1250 gebouwd. Die van Riethoven kwam pas ongeveer 200 jaar later. Van de oude kerk is alleen een tekening bewaard gebleven van de ruïne hiervan, gemaakt door Hendrik Verhees.

De tekening is van 1789. In 1648, bij de vrede van Munster, werd het katholieke geloof verboden en werden de kerken, kapellen en kloosters ontnomen. Op de tekening zie je een luihuis. Het luihuis van Bergeijk is een kopie hiervan. De toren zal ook hier zijn ingestort, per ongeluk of expres. Dat is onbekend. Maar de protestanten hadden een hekel aan een toren bij de kerk. En rechts zie je het schoolgebouw staan. Deze locatie werd geheel verlaten omstreeks 1821. De ruïne werd afgebroken en de stenen werden gebruikt voor de kerk die op de huidige oude begraafplaats werd gebouwd. De inmiddels 3e kerk, want na een inval van de franse troepen in 1672 mochten ze een houten schuurkerk bouwen die in 1734 verbouwd werd in een onopvallende stenen kerk. Deze kerk heeft in de Lindestraat gestaan. Ook de school werd afgebroken en werd er een nieuwe gebouwd in de beukenlaan,. Dit gebouw is er nog steeds en zijn momenteel  2 woningen.

Veel is dus niet bekend over die kerk, maar gelukkig vond ik nog een stukje hierover bij Mr. Panken.

Hij verhaalt:

Hoewel eerst tegen het midden der 15e eeuw Westerhoven kerkelijk van de moederkerk Bergeijk is gescheiden, werd er reeds in de elfde eeuw of in het begin der 12e eeuw eender tamelijk grote kerk, waarschijnlijk ter vervanging van een kleinere houten, gebouwd. Meermalen werden in de middeleeuwen kerken gesticht, welke eerst veel later tot parochiekerken zijn verheven. Alle kerken, die het parochierecht niet bezaten, werden Capellen genoemd.

Er zijn wel is waar geen documenten gevonden wanneer die aloude kerk was gesticht, doch een paar aantekeningen, door kenners dier kerk, volgens de herinnering gemaakt laten geen twijfel van den bouwtrant der 11e eeuw over. Het schip bereikte een lengte van ongeveer 21 meter, het kort van 11 meter, de breedte van het schip. De hoogte der kerkmuren was juist 23 Rijnlandse Voet (6 meter), het koor 4 voet minder. Het dak had een hoogte van 15 voet, weshalve de nok der kerk 38 voet hoog was.

Naar de denkwijze van ambachtslieden en enkele tijdgenoten was de kerk in twee tijdstippen gebouwd en ongeveer de helft, waaronder het priesterkoor, van kleinere stenen dan de andere helft opgetrokken. Zij zou aan de west- of voorzijde, in de letteren tijd verlengd en de oude kerk tevens door een laag stenen verdikt zijn.

Uitwendig vertoonden beide helften zich gevoeglijk even oud. De west- of frontgevel had een dikte van 3 1/2 baksteen, de andere muren van 3 stenen. Elke steen is 0,23 m lang. Bij het afbreken is duidelijk de bebouwing in twee tijdvakken in het oog gevallen.

Het gedeelte aan de oostzijde bezat rondbogige venters en wel drie in het koor, van welke één ter oost- één aan de zuid- en één ter noordzijde en twee aan het schip gevonden werden. De andere helft met groter stenen had noord één, zuid 2 spitsbogige vensters. Inwendig bezat de kerk geen kolommen of pilaren, uitwendig 8 steunberen, als één tussen de vensters. Door de muren liepen drie, op sommige plaatsen vier reiën of lagen van zandsteen, ook gré en mergelsteen geheten, overal terzelfder hoogte; bovendien bevond zich van dezen bergsteen een laag onder elk venster en in de beren evenveel lagen als in de kerkmuren.

Nimmer stond een toren vóór of tegen den frontgevel, waarop eenmaal een torentje met klok was geplaatst. Een stenen wenteltrap scheen in de zuidwestelijke hoek binnen de kerk aanwezig te zijn geweest, om het torentje, het uurwerk en tevens het oksaal of zangkoor te beklimmen. De deur van dezen trap bevond zich in de binnenzijde der kerk. Het onderdeel of de drempels der vensters verhief zich ongeveer 2 m boven de grondoppervlakte.

Een blind raam bevond zich in den frontgevel. Er werden vier buitendeuren (alle zullen wel niet gelijktijdig gediend hebben) aan de kerk opgemerkt, als één in den gevel, één ten zuiden, één ten noorden en één die toegang in de sacristie verleende. Deze stond aan den zuidkant, in den hoek van het schip en het priesterkoor. Van de funderingen der kerkmuren waren enige lagen baksteen slechts in zand aangelegd., bij de westelijke helft meerdere dan in de andere.

Van 1648 is de alleenstaande kerk enige tijd door de protestanten gebezigd, doch werd dakeloos en verloor weldra aan verval de sacristie, den stenen kerkhof muur enz. Tot ongeveer 1818 stond de boogmuur overeind, toen hij is neergestort. Van den kerkvloer lagen nog bij den afbraak enige kleine plavuizen op zijne plaats. De oude stenen doopvont werd tot 1821 als wijwatervat in de toen gesloopte schuurmuur gebezigd.

In dat jaar is van de muren der oude kerk een nieuwe met toren gebouwd, terwijl nog vele steunen overbleven. Een fraaie nieuwe kerk werd in 1885 gesticht aan de noordzijde der even genoemde, welke afgebroken werd. Een luihuis met zware klokken stond tot 1825 op het kerkhof der aloude kerk, dan men toen verlaten heeft, nadat de nieuwe begraafplaats ( bij de in 1821 gebouwde kerk) was geopend. Deze is nog in gebruik. Om kerk en toren te voltrekken werd de Groote klok à f 1,60 per kilo in 1823 verkocht. De beide andere klokken werden toen het eigendom der kerk onder zekere voorwaarden.

 Wat de oude kerk in de akkers betreft zitten daar de funderingen nog in de grond. Als het eens onderzocht wordt, zullen we prima de contouren en grootte kunnen zien.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.

Jacques van Veldhoven