Meester Panken, deel 21

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

Arnoldus van Moll, een mijner deugdzaamste vrienden stierf 9 febr 1889 te Westerhoven in den leeftijd  van 84 jaren, 5 maanden en één dag. Zoon van den braven, zeer geduldigen J.B. van Moll te Eersel en M.C. Meulendijks uit Westerhoven werd nochtans te Uden geboren waar zijne ouders enige tijd gewoond hadden.

Vroegtijdig vertrok hij als teut of koperhandelaar naar Duitsland en handelde er in van ouds bestaande Compagnie waaronder ook zijn oom Servaas Meulendijks uit Westerhoven werkzaam was. Van Moll oefende in Duitsland dit vak 33 achtereenvolgende jaren met voorbeeldeloze ijver en allernauwkeurigstyen plichtsbetrachting uit, zodat alle hem gekend hebbende teuten van hem steeds getuigden “dat er nooit een betere Teut den Rijn heeft gepasseerd”.

Met koperen ketels op den rug geladen ging hij reeds in den vroegen morgen op route en had menigmaal daarmede veel handel gedreven, wanneer zijne makkers zich op weg begaven. Hij vertelde gaarne zijne lotgevallen en de uitgestane, dikwijls gevaarlijke moeilijkheden die hij in Duitsland’s besneeuwde bergen en dalen heeft ondervonden.

In 1885 staakte hij dien handel en nam zijne verblijfplaats te Westerhoven in het hare 1843 door zijne tante Dew. Jonkers, bij de in 1886 afgebroken kerk, in 1843 gebouwd huis, hetwelk hij na zijn dood dezer tante, in 1853 voorgevallen, met enige gronden gekocht had.

Toen zijn Zuster- huishoudster in 1880 gestorven was, kwam dit huis 2 jaren later in eigendom aan den burgemeester- secretaris J.Baken bij wien van Moll in den kost bleef.

Van nu af verdeelde hij zijnen tijd met bidden, lezen en soms eenige arbeid verrichten in mastboschjes, waarvan hij zich nog niet ontdaan had. Hij noteerde geregeld zijne inkomsten, uitgaven en dergelijke zaken.

Des morgens stond hij gewoonlijk ten 5 ure op, om ’s avonds ten 8 ure zich te ruste te begeven., een meer loffelijke en voordeliger gewoonte, dan die, welke in onzer landstreek door de meesten gevolgd wordt.

Behoudens enige uitzonderingen genoot de arbeitslievende en ordelijke man een sterke gezondheid, die in de laatste jaren echter verzwakte: 3 dagen vóór zijn verscheiden gevoelde hij zich meer ongesteld, stond des nachts op en verzocht den burgemeester naar den pastoor te gaan, om hem de laatste sacramenten toe te dienen, wat dan ook is geschied.

Zijnde begrafenis en uitvaart heeft den 12e plaats gehad. Niet alleen was ik in zijn huis en merendeels bij hem kostganger, maar bezocht ik hem ook in andere jaren, zodat we een langdurige vriendschap onderhouden hebben. 

Het verhaal van een koperteut uit Westerhoven. De teuten waren reizende handelaren in koperen ketels en menselijk haar. Zij waren verenigd in compagnieën met als centrum Lommel, Luyksgestel, Eersel en Bergeijk. De koperteut van Moll woonde in bij burgemeester Baken in in de Dorpstraat. Dit was het pand waar nu een woning staat rechts van de nieuwe school, Dorpstraat 17.

Maar hij was niet de enige “teut”. Want ook het pand op de hoek Provincialeweg met de Heuvel, waar Brocante is gehuisvest, staat bekend als een teutenhuis uit 1743.

In de boerderij van “brocante” woonde in 1832 Jan Corsten.

Of dat ook een teut is geweest is niet bekend.

De “teuten” die bekend zijn in Westerhoven waren:

Gerit die Cremer alias Zeno (anno 1625)

Joordens, textiel teut,

Arnoldus van Moll, koperteut, hierboven genoemd.

Servaas Meulendijks, koperteut, oom van Arnoldus van Moll.

Chretien Neutkens, haarteut, anno 1856

Willem Neutkens, anno 1863, broer van Chretien Neutkens

Theodoor Verbeek.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.

Jacques van Veldhoven