Meester Panken, deel 13

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

Op 15 maart 1882 brandde op het middaguur het huisje af van W. Van der Heijden, arbeider en doodgraver, die uiterste of laatste woning van den Heuvel te Westerhoven aan de zijde naar Riethoven. Hij bewoonde het met zijn aan vallende ziekte lijdende zuster, doch beiden waren hier ook bij het ontstaan van de brand afwezig. Niets was verzekerd.

(1883) Van de dorpsgilde te Westerhoven stierf een der 2 dekens en de hoofdman slechts enige dagen na elkaar.

De eerste werd woensdag 16, de andere op 23 mei plechtig begraven. Zij waren van de oudste ingezetenen en woonden in dezelfde buurt.

(De hoofdman was zeer waarschijnlijk Theodorus Aarts, die al vanaf 1841 hoofdman was. En de deken betrof Henricus van Mol, die 1e deken was.)

De 30 en 31 juli 1883 teerde de dorpsgilde te Westerhoven. Op de eerste dag is de Hr. J. Baken, burgemeester als hoofdman gekozen en de volgende dag geïnstalleerd. Het grootste deel van de bevolking was op de been; wegens vele regendagen gaf de landbouwarbeid geen drukte.

(Het betrof Joseph Baken Lz, die in 1874 burgemeester van Westerhoven was geworden. Hij bleef burgemeester tot 1917 toen zijn zoon het van hem overnam. Mogelijk is hij toen ook gestopt als hoofdman van het gilde. In 1904 werd hij nog vermeld en in 1920 was de hoofdman Peerke Gevers.)

1884: Op 7 april heb ik met de burgemeester van Westerhoven de in vorig jaar bij “de Broeken” aangelegde gemeente weteringen bezocht. Toen is mede de Beekloop schier de gansche lengte zover hij onder dit dorp stroomt, verdiept en tot 4 meters meestal verbreed. Gezegde wetering ligt nabij die, welke 1 jaar vroeger gemaakt werd.

Maandag middag 26 mei heerste drukte te Westerhoven; want de ingelanden uit dit dorp, Riethoven en Dommelen, die grond aan de Keerschop bezitten , waren gedagvaard om op ’t raadhuis, net leden van ’t waterschapsbestuur akkoord wegens af- en doorsnijdingen van dat riviertje te treffen. Behoudens enkele uitzonderingen miste dit dan ook zijn doel niet. Sommigen uit Dommelen en Riethoven betoonden hunne ontevredenheid, te Westerhoven genodigd te zijn, alwaar bij den molen, tegenover ’t midden van het dorp dit waterschap begint en dus geen gemakkelijker punt van samenkomst te hebben gekozen.

De 29 is de verdieping en verbreding  der Keerschop van de watermolen te Westerhoven tot aan hare uitmonding in de Dommel, niet ver van den Loondermolen, bij inschrijving te Boxtel voor f. 10.999 aanbesteed.

Enige weken later is met de werkzaamheden aan de Keerschop begonnen; met een nieuwe brug daarvan te Westerhoven op maandag 11 aug.             

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 12

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

Maandag 2 dec 1878 is op de Achelse kluis ter aarde besteld het lijk van den zeer eeuw. Heer Adr. Hoefnagels, te Eindhoven 10 febr 1805 geboren. Van maart 1841 tot dec 1845 was hij uitnemend beminde pastoor te Westerhoven, gedurende welke tijd wij zeer veel, tot wederzijds genoegen, met elkander omgingen. Sinds zijn verblijf als trappist te Achel, waarbij hij in 1868 prior werd, bezocht ik hem gedurig. De laatste 4 levensjaren was hij blind en reeds lang te voren had hij een slecht gezicht. Bij grote begaafdheid paarde hij een voorbeeldige eenvoudigheid en bedaardheid.

Op zondag 17 augustus 1879 zag ik te Westerhoven de feestviering van het zestigjarig huwelijk van S. Lamm en zijne vrouw, hetwelk eigelijk 2 dagen vroeger inviel. Deze zeer zeldzame gebeurtenis deed de buren daags voor het feest vele versieringen enz. daar stellen. Men vindt de mededeling in de volgende Meij. Courant, 2 weken later een in de Prov.’s Bossche.

Op vrijdagochtend 2 jan 1880 is, nog bij duisternis, Maria Snoecx, weduwe Francis Dielissen, nadat zij een emmer water uit den put had opgehaald, mogelijk daarin gevallen en verdronken. De put bevatte water, ongeveer ter diepte als de lengte der vrouw bedroeg en bevindt zich aan de achterdeur harer woning, omtrent het midden der Erpestraat gelegen. Westerhoven stond ontsteld bij het vernemen dezer ramp. De verdronkene was ijverig en zeer braaf en laat 2 kinderen en een inwonende zuster achter. Den 5 is haar lijk begraven en de uitvaart gehouden.

Op 29 okt 1880 stierf Samuel Lamm, hier in Bergeijk geboren, sinds verscheidene jaren met zijne vrouw, de enige hervormden dezer gemeente. Hij sloot de rij der onderwijzers dier gezindte, welke er nagenoeg 2 eeuwen elkander opvolgden, toen hij in 1840 wegens langdurig schandelijk levensgedrag van dat ambt en ook als koster in de protestantse kerk te Bergeijk ontzet werd.

Vaak werd hij als uitzondering genoemd, hoe misbruik van drank bij een hogen leeftijd kunnen samen gaan. Hij is 2 nov. Op ’t kerkhof begraven. De predikant van Bergeijk hield aan zijn graf een korte toespraak, voornamelijk over zijne veel bereikte jaren en nagelaten zonen en dochters, alle volwassen.   

Op 17 mei 1881 vierde onze beminde herder J.M. van Westelaken met zijne familie alhier ter parochie zijn 25 jarig priesterschap. Reeds een maand tevoren was een commissie samengesteld tot bijeenbrengen van gelden, onder de parochianen, om hem bij die gelegenheid een waardig cadeau te vereren. Zulks is niet geschied omdat Zew. Verzocht, hiervan af te zien.

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 11

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

Op 29 april  (1877) is te Westerhoven, ten herberge van A. Driessen een concours met den handboog, het eerste dat immer hier heeft plaats gehad, gehouden. Er namen 18 gezelschappen, waarvan dat van Tongelre het eerstkomende was, deel. Het gezelschap Regt door Zee te Gestel won den eersten, Concordia te Waalre de 2e, de Vriendschap te Aalst den 3e, Adrianus Bruins van de Menapiers te Bergeijk den 4e, dit laatste als ereteken. Ik heb een groot deel van die dag op het feest doorgebracht en was de eerste die een toegangskaartje nam.

Op 15 juli 1877 bereikte Jacobus Verkoijen te Westerhoven geboren en woonachtig, de leeftijd van 90 jaren. Lange tijd arbeid hij des zomers als metselaar in Holland en in de overige maanden des jaars als landbouwer op zijne boerderij. Hij bezit nog een sterk gestel en alle zijnde geestvermogens.

Op de eerstgenoemde dag hield de pastoor voor de preek een toespraak wegens dit zeldzaam voorrecht, zomede de volgende ochtend op het altaar toen een mis voor de jubilaris werd opgedragen, waarin een nieuw kazuifel de eerste maal gebezigd en veel volk uit de parochie tegenwoordig was. Verkoijen in een versierd rijtuig kerkwaarts gereden zong in het begin en het eind der mis als korist mede, dit laatste deed hij 80 jaren, want zijn vader die hier 46 jaren voorzanger is geweest had zijn kinderen al vroeg de zangkunst geleerd. Sinds 1854 is hij voorzanger. Als oudsten inwoner en vooral met het oog op zijn langdurige dienst als kerkzanger hadden de buren en anderen bij zijn woning, in de dorpskom en op het oksaal doelmatige versieringen, opschriften enz aangebracht. In de Meijer. Courant van 18, Prov ’s Bossche van 21 en andere nieuwsbladen is deze feestviering medegedeeld.

Den 15e juli 1878 feliciteerde ik te Westerhoven Jacobus Verkoijen op zijn ’91 verjaardag. Hij is nog zeer gezond.

Panken gaf aan in okt 1878: 

Zondagochtend 8 dezer stierf alhier Jacobus Verkoijen in den ouderdom van 91 jaren en bijna 5 maanden, aan een beroerte of lamheid, een week daarvoor bekomen. Tot hiertoe bezat hij een zeer krachtig gestel en een goed geheugen. Ruim 38 jaren ging ik nu en dan met hem spreken. Bij zijne begrafenis en uitvaart, op 10n, droegen christen zijn lijk, toen daarmede de dorpskom genaderd was en zongen treurmuziek aan zijn graf, om hem als voorganger eer te betoonen.

Op dezelfde dag is te Knegsel Maria Neutkens begraven, die zaterdag te voren door haren broeder per kar uit Westerhoven was derwaarts gevoerd, terwijl zij een kwijnende ziekte had en er beter kon opgepast worden, doch zij stierf er reeds den volgende morgen.

Van donderdag 5 tot en met 13 dezer maand werden dagelijks te Westerhoven wegens een of ander lijk de doodsklokken geluid.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.                   

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 10

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

In 1877 overleed de pastoor van Westerhoven, wat natuurlijk een indrukwekkende gebeurtenis was. Hieronder zijn helaas:

Onze weleer. Heer pastoor E. Van Lieshout werd in de nacht van 30 op 31 aug 1877 door een beroerte getroffen. Toch verrichtte nog dien ochtend de gewone zingende vrijdagse Mis, waarmee hij echter 1/2 uur later dan gewoonlijk aanving. Deze was de laatste kerkelijke dienst door zijner. Opgedragen en is door mij bijgewoond.

Zondagnacht verergerde zijne ziekte zodanig, dat zijn toestand  hopeloos werd en de zeer Eerw. Heer Deken hem tussen de beide Missen, de sacramenten der stervenden toediende. ZHoogw. Maakte dit aan de communiebank staande, de gelovigen voor het begin der hoogdienst bekend, welke, alsmede des namiddags het Lof, door de Hoogw. Abt der Kluis geschiedde.

Schier zonder bewustzijn of gebruik van verversing lag hij de 5 laatste dagen en gaf op donderdag avond 6 sept ten 8 ure, in de leeftijd van 68 jaren, zijne ziel aan God weder.

Daar hij gedurende deze tijd geen ontlasting had gaf zijn lijk veel reuk, waarom chloorkalk, wierook enz in de pastorie werd aangewend. Alsook in een schone doodkist, waarin zijn lijk zaterdag avond (Maria geboorte) gelegd werd. Toen deze bij de begrafenis voor de pastorie geopend werd, ten einde het toegestroomde volk gelegenheid te verschaffen de dierbare herder een laatste afscheidsgroet te brengen, kwam daaruit een ondraaglijke reuk en walm, zodat vele toeschouwers plotseling terug traden.

Nagenoeg in het middag van ’t kerkhof is vrijdag en zaterdag, terwijl het lijk boven de aarde stond, een gemetseld graf, waarna 1900 bakstenen gebezigd zijn, gemaakt. De vloer  bestaat uit gewone plavuizen. De aarde uit het niet aangevulde graf is tot ophoging van een pad langs het kerkhof gebezigd. Nadat het lijk in het graf was neergelaten zijn hierop enige planken gelegd en is het de volgende dag dicht gemetseld.

Gedurende 8 dagen, van 2 tot 9 sept is des middags in de kerk  voor de waardige herder de rozenkrans gebeden. Op deze laatste zondag in namiddag om 4 uur zijn lijk met grote plechtigheid in de kerk geplaatst. Door 6 jongelingen werd de zware lijkkist gedragen, gevolgd door de Eeuw. Hr. Sengers Jesuit en de Ew.Hr. oud-pastoor, benevens een grote volksmenigte, waaronder verscheidene uit Bergeijk en enkele naburige parochies. De lijkkist werd in het middag der kerk geplaatst. De plechtigheden geschiedden door de Eeuw.Deken, bijgestaan door de Eerw. Hr Pastoor van Bergeijk en Asten (boezemvriend van de overledene) alle in uitnemend kostelijk nieuw rouwkerkgewaad. In het priesterkoor brandden een menigte zware waskaarsen o.a. 16 op 4 opzettelijk geplaatste candalabres, welke ook bij de uitvaart gebruikt zijn.  Uit de lijkkist kwam slechts weinig reuk tijdens ze in de kerk stond, welke schier met volk gevuld was.

De volgende dag ten half 10 ure ving de zeer plechtige lijkmis en uitvaart aan, opgedragen door de zeer Ew.Deken geassisteerd door de Ew.pastoor van Bergeijk en Riethoven. Achter de lijkbaar bevond zich den genoemde Jesuit, neef van de overledene, wiens voorbeeldige levenswandel door de celebrant, in een lijkrede van 1/2 uur geschertst werd. Het ontstoken waslicht woog 120 oude ponden, een zwaarte in deze parochie of een andere in de nabuurschap, tot hiertoe, naar ik verneem, nog nimmer gebezigd. Ongeveer een 25 tal geestelijken, merendeel pastoros uit de omtrek woonden de plechtigheid bij. Na de Mis verrichten zij de kruisweg, voorgebeden door de Pastoor te Asten. Alle gebeden en plechtigheden, tijdens de ziekte en tot na de uitvaart in de kerk voor de ijverige herder gedaan en door mij hier gemeld, heb ik mede bijgewoond. Ook al de werkdagen in de week zijnde uitvaart is een zingende Mis voor hem opgedragen, waarin echter weinig of geen parochianen meer dan anders opgemerkt zijn, wat vooral aan de ongemeen drukte van de landarbeid moet toegewezen worden.

De overledene, een waardige priester, leefde steeds ordelijk, gedienstig, matig, waakzaam voor ’t zielenheil zijner kudde en bezat een zware, ruim middelbare lichaamsgestalte. Tijdens zijn 21 jarige pastoorschap genoot ik zijn omgang en spraken wij elkander wekelijks enige tijd.

Tot Pastoor is benoemd de weleerw.Heer  J.M. van de Westelaken geboren te St. Michielsgestel, laatstelijk kapelaan te Zevenbergschehoek. Toen zijnEw. Deze betrekking te Eersel bekleedde en vroeger assistent te Dommelen was, genoot ik reeds zijne vriendschap en bezocht ik hem vaak. Hij arriveerde alhier des morgens van donderdag 20 sept 1877 op welke dag de meubelen van zijn voorganger publiek verkocht zijn. Den volgende dag keerde hij tot den laatsten dag der maand naar Zevenbergschehoek terug en fungeerde voorts als pastoor hier. Zijn doelmatige inleidingspreek op zondag 7 October gehouden, voldeed ieder aanhoorder.

Naast het graf van de Eerw.Hr Pastoor van Lieshout is, aan de hoofdzijde, door zijne erven, 27 maart 1878, een fraai zerken kruis, te zijner gedachtenis geplaatst. Op het bijna vierkant voetstuk staat het eenvoudige opschrift, op het kruis een kelk, doodshoofd enz. Een geruime tijd bracht ik bij het stellen van ’t kruis, des namiddags van gezegenden dag door; het is te Eindhoven vervaardigd.   

Het graf van pastoor van Lieshout is er niet meer. Mogelijk verdwenen bij het opknappen van de oude begraafplaats op het einde van de vorige eeuw. Zijn navolger, pastoor van Westelaken, ligt er nog wel op de heuvel in het midden. Westelaken stierf in 1889, dus maar 11 jaar later dan Van Lieshout. Het was Westelaken die wel onze huidige kerk bouwde, ingewijd in 1886. En hij vernieuwde daarna ook de oude begraafplaats. Immers daar stond de oude kerk met begraafplaats op voor onze huidige kerk uit 1886.

Op de nieuw ontstane begraafplaats had hij een nieuw kruis ingezegend. En pastoor Westelaken werd onder dat kruis begraven. 

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.                   

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 9

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

In 1875 schreef hij:

Den 11 juni verongelukte Jan Schrijvers van Westerhoven, bijna 20 jaren en 4 maanden oud door een slag van een paard te Boxtel.

Jan Schrijvers was een jonge man en ik denk niet dat hij kinderen heeft gehad. Dat was zeer ongebruikelijk in die tijd op die leeftijd. Misschien was hij genoemd naar zijn opa. De naam Jan Schrijvers komt in ieder geval ook vandaag de dag nog voor.

Verder schreef Mr. Panken:

Op zondag nam. 25 juli heb ik het “al“ schieten van den bij de herbergier A. Driessen gevestigde doelen te Westerhoven bijgewoond. Enige boogschutters uit Bergeijk en enkele van andere plaatsen schoten mede. Er was ook entree betaald door mij het eerste kaartje. De meesten hadden van deze aardigheid meerdere liefhebberij of voldoening verwacht. Te voren is in dit dorp nimmer “al” geschoten. De beide volgende dagen teerde in genoemd huis, als ouder gewoonte, onze dorpsgilde.

De tweede handboogschutterij op het gehucht Loveren alhier, ook enige jaren bestaan hebbende, is thans te niet. In 1885 waren er 3 doelen.

De herbergier A. Driessen is het huidige cafe “het wapen van Westerhoven”.  De schutterij die daar gevestigd was betrof de “L’union Fraternelle”, opgericht op 20 april 1884.

Op 16 april 1899 werd daar de Kempische bond opgericht. Westerhoven had toen 4 schutterijen. De anderen waren “ de eendracht”, “Weltevreden” en “Ons Genoegen”.

De dorpsgilde is onze St Annagilde, die nog steeds bestaat.

Op 16 juli arriveerden, tegen de middag, 1 eskadron hussaren sterk 98 manschappen en 103 paarden te Westerhoven, die bij de inwoners hun kwartier kregen en de volgende ochtend vertrokken op manoeuvres.

Voor een dorp met ongeveer 500 inwoners is dit toch behoorlijk geweest, ook al was dat maar voor 1 nacht.

Mr. Panken gaat verder:

Als gewoonlijk had vrijdag 12 mei de jaarlijkse processie van Westerhoven naar Meerveldhoven plaats.

Na de mis te Westerhoven bijgewoond te hebben, hoorden de bedevaartgangers ze ook, nu het eerste jaar, te Riethoven, alwaar tevens in het terugkeren, door de pastoor der parochie de zegen gegeven werd.

Dinsdag nam. 4 juli van een uitstap naar Valkenswaard, tot Dommelen terug, troefde ik o.a. bij Fr. Bosmans aldaar, toen de zoon buiten geweest zijnde, ons zeide, dat te Westerhoven de klokken luidden. Mij hiervan overtuigd hebbende, haalde ik mijn stok en spoedde mij derwaarts, want, daar de zon reeds onder was, vreesde ik een onheil, hoezeer wij nog geen brand of vlam zagen. Enige tijd gelopen te hebbende was zulks het geval.  Het huis van S. Lamm in de Erpestraat is afgebrand en was op Fl 650,- te Oudkarspel, doch de inboedel a Fl 1780,-  zeer hoogte Oudewater verzekerd zijnde deze, na de inschrijving aanmerkelijk verminderd. Bij het brandende huis stond veel volk, ook van Bergeijk en Riethoven, doch schier alle sprakeloos en zonder hulp of drukte, zoals doorgaans bij en dergelijke ramp wordt waargenomen.

In jan. 1854 brandde ook dit huis af, doch de assurantie te Zutphen kon toen de helft der inschrijvingen niet uitkeren.

Opmerking:

Samuel Lamm was de onderwijzer voor Mr. Panken. Hij was een protestant en was gebleven na de periode van 1648-1810 van Katholiek verbod. Misschien dat daarom de mensen nog steeds niet wilde helpen, ook al was dit al de 2e keer.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.                   

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 8

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

Soms kom je iets tegen in zijn dagboeken wat je persoonlijke interesse heeft.  En het hierna volgende vond ik:

Juni 1876

“Te Leende ontstond met Pinksteren (5 juni) brand in een woonhuis, waarna uiteindelijk 9 woningen afbrandden. Omtrent hetzelfde tijdstip verongelukte een twee en twintig jarige jongeling uit Leende met zijn kar en overleed.

Gelukkiger gevolg had een dergelijk onheil voor een andere man, op het gehucht Geenhoven te Valkenswaard woonachtig en als een uitstekend braaf, doch steeds met tegenspoed te kampen hebbende, landman bekend. Hij bevond zich op 6 juni met zijne geladen kar in de heide tussen Westerhoven en Klein Borkel, toen de os begon te lopen en viel. De man lag in een diep heidespoor en het rad stond bijna 10 minuten op zijn schouder, alvorens hulp aanwezig was en hij van de kar ontlast was. Men ijlde naar het dorp om de dokter  en kapelaan. Spoedig stonden beide hijgend bij de ongelukkige, die ieder meende zulks ging sterven. De geestelijke gaf hem het H. Oliesel, waarna hij naar zijn woning werd vervoerd, blijvende ongevoelig en onbewust van zijnen toestand, doch als razend en krankzinnig tot de volgenden ochtend 3 ure, waarna hem de kapelaan de H. Communie enz. toediende. Den 16e dezer bezocht ik de wonderbaar behoudende. Hij lag nog bewegingloos te bed, doch was reeds buiten gevaar en vertelde mij het ongeval.”

Mr. Panken heeft in zijn stuk ook de naam genoemd van deze man en ik kon nog wel iets over hem vinden.

De man had een zeer groot gezin van 16 kinderen en was 3 jaar tevoren getrouwd met zijn 2e vrouw (zijn 1e vrouw was overleden bij de geboorte van een kind). Na dit voorval kreeg hij nog 5 kinderen, waarvan er 2 bij de geboorte overleden.

De man heette Josephus (Sjef) van Veldhoven, geboren op 20 februari 1828 te Leende. Na dit ongeluk in 1876 kwamen de kinderen Huub, Frans en Josephus (Jos) van Veldhoven. Frans is naar Bergeijk gegaan en heeft daar een grote sigarenfabriek gehad.  Jos van Veldhoven was mijn eigen grootvader, geboren op 14 oktober 1881 en overleden op 26 mei 1963. Hij had een sigarenwinkel op de Eindhovenseweg te Valkenswaard.

Dus:
Als die man, zoals iedereen dacht, bij dat ongeluk overleden was, had niemand van u dit verhaaltje kunnen lezen omdat ik nooit bestaan had. Mijn overgrootvader overleed uiteindelijk te Valkenswaard op 16 aug 1886. Mijn grootvader was toen pas 5 jaar oud en heeft dus zijn vader nauwelijks gekend. Maar door dit verhaal blijft hij toch wat in leven.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.          

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 7

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

Eens werden twee lijken van volwassen personen op het kerkhof (in 1825 aangelegd) bij de tweede overerving, in hetzelfde graf gezet. Het waren de lijken van de gezusters N. Dorothea en Joh. Maria Verhagen, dochters van P. Verhagen en A.M. Snellens, beide overleden, in de Heijerstraat. Deze zusters bezweken in diezelfde woning, de eerste in de leeftijd van 37 jaar, des middags ten 12 uur, de andere ten 4 uur des namiddags, oud 35 jaar, een een besmettelijke koorts, de 22 aug 1856. De volgende namiddag had de begrafenis plaats.

Den 8e mei 1874 geschiedde des ochtends ten 5 ure een mis voor de levende en overledene leden der processie van Westerhoven naar Meerveldhoven, evenals de beide vorige jaren. De eerste maal was de mis te Meerveldhoven, om 9 ure, met drie geestelijken, namelijk de Ew pastoor aldaar, benevens de kabellanen van Zeelst en Veldhoven. Het aantal leden dezer processie neemt langzamerhand toe, ook van buiten personen, en bedraagt reeds ongeveer 400. (Westerhoven had in die tijd ongeveer 500/600 inwoners)

Soms schrijft  Mr. Panken een heel verhaal over iemand.

In 1875 was dat de navolgende:

Het begin dezes jaars dompelde mij in een buitengewone droefheid en onherstelbaar gemis, door het overlijden van mijn waardige en dierbare vriend de eeuw. Heer Godefridus Johannes Verhofstadt, des avonds 9 ure van de 5e januari, in een huis aan de pastorie te Westerhoven behoudende en in die nabijheid gelegen.

Hij was te Gemert geboren op 7 april 1799, bezat noch broeders, zusters en sedert enige tijd geen naaste familie meer.

Toen in het begin dezer eeuw , hier en daar nog personen gevonden werden, zonder familie of stamnaam, hebben te Nistelrode en in dien omtrek, enige dien van Verhofstadt aangenomen, naar enen te dien tijde in genoemde parochie wonenden geachte kapelaan.

In zijne jeugd woonde GJ Verhofstadt enige tijd bij zijnen heer-oom te Hulsel, die in 1819 de eerste pastorie Soerendonk werd. Als assistentes was hij in bediening geweest te Orthen, Borkel, Soerendonk en als kapelaan in het uitgestrekte en volkrijke Someren.

In 1831 werd hij pastoor te Riethoven na er lange tijd assistent geweest te zijn. Wegens zwakheid koesterde hij in de laatste jaren zijner bediening aldaar, het plan deze neder te leggen. Te Dommelen was toen het voornemen, een nieuwe kerk en pastorie te bouwen; indien dit ten uitvoer gebracht was, zou Verhofstadt deze afgelegen pastorie woning gekocht en bewoond hebben; in dit geval wilde zijn Ew aan Z.H. de paus de macht vragen, daarin de Mis te mogen opdragen. Hij had zelfs een bod voor die pastorie en goeden ruimen tuin gedaan. Te Bergeijk poogde de gemeente en kerkbestuur in de Keizer (huis in de Mr. Pankenstraat ) een gesticht of afdeling van liefdadigheid te erlangen, wanneer Verhofstadt dit als rector zou hebben bewoond.

Nadat hij, bij ongesteldheid, zich gedurig genoodzaakt had gevonden, een assistent te nemen en de kerk van Westerhoven, door schenking, intussen een burgerwoning had bekomen, bedankte hij in nov 1862 als pastoor van Riethoven en kwam genoemde huizing bewonen. Daar hij aanspraak op vol pensioen kon doen gelden bedroeg dit fl 600  per jaar. Zijn patrimonium was aanzienlijk, doch hij heeft zulks met schier alle andere eigendommen aan kerken, godshuizen, geestelijken van verre bloedverwantschap, armen enz uitgedeeld en geschonken, zodat bij zijn dood slechts meubelen, boeken enz gevonden werden.

Verhofstadt was van een zeldzaam lange rijzige gestalte, ging steeds rechtop, las steeds zonder bril en was behalve zijn gehoor , weinig in lichaamskracht, sedert zijn emeritaat, verminderd. Hij stond zeer vroeg op en begon dan te bidden of te lezen, van welke bezigheden hij uitmuntend veel werk maakte, reizen en wandelen deed hij weinig. Zachtmoedig, godsdienstig, mild, spraakzaam, medelijdend, bereidvaardig, hoogst eenvoudig kan hij als toonbeeld van deugd voorgesteld worden.

Hieruit zal ieder besluiten hoe stipt hij zijn priesterlijke functies heeft vervuld. Sinds zijn verblijf in Westerhoven was hij gewoon om op Zon- en Heilige dagen de Eerste H. Mis, op zondagen meestal de catechismus op te dragen. Bij deze christelijke leerling hield hij het vraagboekje geopend in de hand; doch behoefde het nimmer uit hoofde van zijn voor getrouwe memorie, in te zien. De onderricht en uitlegging der les of over het voorgedragene geschiedde immer degelijk en volgens de H. Schrift, zonder bijzaken.

Op de werkdagen las hij de mis, onmiddellijk na die des pastoors.

Was deze afwezig dan belastte Verhofstadt zich met de gehele pastorale zorg en waarneming. Ook verving hij soms een priester in de nabijgelegen dorpen. 

Gedurende het ruim twaalfjarig verblijf van hem bezocht ik hem eens of meer malen per week, hebbende dan gewoonlijk genoegzame stof over het nieuws, doch liefst over kerkelijke of godsdienstige zaken te spreken. Hij bezat een bijzonderen genegenheid, om alle boekwerken van zijn gading of liefhebberij aan te kopen, welke hij mij gaarne leende, zodat hij de mijne wederkerig ter lezing verkreeg.

Het blijkt dat deze pastoor Verhofstadt en Mr. Panken een bijzondere vriendschappelijke relatie hadden tot elkaar. Hij beschrijft nog enkele pagina’s over alles rondom hem. Dat hij een buitengewone lichaamsgrootte had en ook zeer zwaar was. Dat bij zijn begrafenismis de deken en de pastoors van Dommelen en Bergeijk aanwezig waren. En als laatste dat op de dag van zijn begrafenis te Westerhoven brood aan de armen werd uitgedeeld. Hoeveel armen er waren zegt het stuk helaas niet.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.                   

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 6

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

In 1870 werd de onderwijzerspost te Westerhoven open gesteld. Panken was al weer enige tijd ( sinds 1863) geen onderwijzer meer. Er kwamen 2 sollicitanten op: een uit Limburg en een uit Gelderland. Maar de gemeente vond dat niets en stelde hulp onderwijzer Hendr. Biermans aan als waarnemer. Uiteindelijk werd die op 7 juli 1870 benoemd. Een maand later trouwde hij met Cato van Mol en betrok het schoolhuis.

Op 13 febr. 1871 huwden eerst op het raadhuis, onmiddellijk daarna in de kerk te Westerhoven drie broers; Christiaan, Hendrik en Michiel van Nunen genaamd met jonge dochters uit dit dorp, allen behorende tot de boerenstand. De drie broers woonden bij elkander en hadden slechts een zuster. Een dergelijke bijzonderheid heeft in deze kleine gemeenschap bij mensen heugenis nimmer plaats gehad.

Zaterdag voormiddag 20 september 1873 is te Westerhoven het westelijkst gelegen huis in de Heijerstraat, aan de noordzijde van de weg afgebrand. Panken wandelde in een weiland bij de kerk toen de brand uitbrak. Hij was de eerste bij de toren om de grote klok te luiden. Het huis was verzekerd voor Fl 400,00 huis en Fl 200,00 de inboedel.

Des namiddags van den 12 febr 1874 maakten de ingezetenen van Westerhoven een begin aan versieringen enz om den nieuw benoemde burgemeester Jozef Baken (tevens secretaris) Zaterdag de 14e plechtig te kunnen inhuldigen, zoals dan ook plaats heeft gehad. Bijna de hele dag van de 13e hielden vele inwoners zich met het planten van boompjes, erebogen enz onledig. Tot bestrijding van de kosten gaven alle inwoners een gift in geld en daarboven velen ook loof of dergelijke versiering. Ik verstrekte ook takken en zilverden, jeneverbessen enz in mijn weiland groeiende.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.   

Jacques van Veldhoven

p.s.

Mijmeringen:

Ik ben veel bezig met het verleden.

Dan merk ik ook hoeveel er verloren is gegaan. Mr. Panken heeft veel geschreven, maar ik denk ook dat er meer over Westerhoven geschreven is dan dat wat ik steeds breng. Hij is 60 jaar lid geweest van het St. Anna Gilde. Hij heeft een ledenlijst opgezet en is dus ook actief geweest. Maar ik denk dat er ook veel verloren is gegaan. De mens is daar erg goed in.

Karel de Grote werd in het jaar 800 tot keizer gekroond. In 770 werd het Valkhof te Nijmegen voor hem gebouwd. De burcht bleef staan tot na een aanval op Nijmegen in 1794. De burcht was beschadigd en men besloot het grotendeels te slopen en de stenen te verkopen.

Dichter bij huis en recenter kennen we datzelfde ook. In 1965 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen ( waar nu een supermarkt is). In het centrum van Bergeijk werd het ene na het andere huis gesloopt om plaats te maken voor nieuwe huizen. Gelukkig kon men de kerk niet slopen omdat het een rijksmonument was, maar 10 jaar van verval en plundering zorgde ervoor dat er een archeologisch onderzoek verricht kon worden in de kerk. De vloertegels en ramen, ja alles was eruit gehaald.

En wat te denken van onze eigen watermolen aan de Keersop. In 1228 gesticht na toestemming van de St Jacob abdij te Luik.  Als een korenmolen. En na dik 700 jaar in 1950 gesloopt.

Waarom schrijf ik dit nu:

Ik liep over de schepelenbochten naar de varkensakkers. Bij de zwaanvoort ( daar waar de zandstraat over de provinciale weg gaat) was nu een wegversperring gekomen. De Schepelenbochten – Varkensakkers is een zandweg die mogelijk al vanaf de prehistorie in gebruik is geweest. De weg liep over het hogere gedeelte van Bergeijk naar de Keersoppermolen in Riethoven. Langs deze weg die over de Bucht te Bergeijk ging, dan over de Hoge Bochten te Westerhoven naar de plaats waar de oude kerk gestaan heeft. Het hoogste punt in Westerhoven op zandgrond. En vandaar naar de Zwaanvoort. De weg ging over de varkensakkers naar de Elverenberg, de ~Noorenberg en de Duvelsberg nabij de Keersoppermolen. Daar is een groot prehistorisch grafveld gevonden.

Dus door deze weg te onderbreken, onderbreken we een historie van duizenden jaren. Maar ja we maken de Valentinuskapel uit 1947 tot monument, doch de put die in 1400 genoemd niet daarbij vernoemen. Dan kan dit er ook nog wel bij.

Ik hoop dat iedereen ondanks alles toch een prettige kerst heeft gehad en ik wens een ieder een voorspoedig 2021 toe.

Jacques

Meester Panken, deel 5

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

In 1870 werd de onderwijzerspost te Westerhoven open gesteld. Panken was al weer enige tijd ( inds 1863) geen onderwijzer meer. Er kwamen 2 sollicitanten op: een uit Limburg en een uit Gelderland. Maar de gemeente vond dat niets en stelde hulp onderwijzer Hendr. Biermans aan als waarnemer. Uiteindelijk werd die op 7 juli 1870 benoemd. Een maand later trouwde hij met Cato van Mol en betrok het schoolhuis.

In 1871 schreef Panken:

Binnen weinige dagen stierven te Westerhoven 4 mensen, namelijk vrijdagavond 30 dec 1870 eene vrouw, zondag 1 jan 1871 tussen de missen een vrouw en een man ( mijn gewezen brievenbesteller)en dinsdag morgen den 3e C Schellens, mijn naaste buurman. Op de eerste 4 werkdagen des jaars zijn deze lijken achtervolgens begraven en de uitvaartgehouden, zodat zes dagen veel klokkengelui gehoord werd. Deze personen waren alle onder de gilde van St Anna waarom ik ze als lid aan de sterfhuizen mede heb afgehaald of vergezeld en de uitvaart benevens de begrafenis heb bijgewoond. De beide mannen bezweken aan een ruim een week voor hunnen dood gevatte koude en de vrouwen aan hun langdurige ziekte; doch zij werden alle eerst korte tijd voor hun bescheiden door de H. Sacramenten der stervenden versterkt. Tweemalen stonden alzo van hen 3 lijken boven de aarde. Men weet niet dat in gemeente in een zo kort tijdsbestek ooit zo vele personen zijn gestorven, zondr dat er een aanstekelijke ziekte heeft geheerst. Toevallig werden hier ter voriger maand in een week 3 kinderen dood geboren, waronder tweelingen.

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.

Jacques van Veldhoven

Meester Panken, deel 4

Meester Peter Norbertus Panken. Wie heeft er niet van gehoord in Westerhoven en Bergeijk.  Maar wie was hij en wat heeft hij dan geschreven over Westerhoven. Ik wil jullie meenemen naar zijn verleden en een aantal stukjes schrijven hierover. Wat schreef hij en wat leren wij daaruit.

In 1848 noteert Panken:

In het begin van Nov. rigten wij, in ons dorpje, Westerhoven, gedurende den winter, eene sociëteit op, welke dit jaar uit 15 leden bestond, beurtelings bij de Kind. J. Schellens en F. Aarts, des woensdags avond gehouden werd en steeds op eene geregelde wijze is afgeloopen. Aangezien men welligt nimmer eene dergelijke verg. alhier had kunnen tot stand brengen, verwonderde dat menigeen. Ook was er ’t eerste jaar geene enkele week geweest zonder dat er vreemdelingen bij tegenwoordig waren. Ik was president, Anton Schellens, secr. Het volgende winterseizoen wed dezelfve ook gehouden.

Panken noemt niet de naam van de sociëteit maar het lijkt op de oprichting van de St. Ambrosiusgilde ofwel “de Biegult”, of de directe voorloper hiervan. In de notitie boekjes van de Biegult wordt een datum 1854 genoemd, maar de oprichtingsdatum is eerder geweest.

En als dat zo was, dan was Panken de eerste president en Anton. Schellens de eerste secr.

In 1852 schreef hij dat het tijd werd om over een nieuwe onderwijzers woning te praten. Het oude stond in de “Erpestraat” (Aarperstraat) en was al lang zeer ondoelmatig en had een klein onvruchtbaar tuintje.

De gemeente had een perceel, maar Panken vond dat niet goed. uiteindelijk kocht hij zelf een perceel wat geschikt was voor de gemeente.

Op vrijdag 2 juli 1852 was zijn nieuwe huis aanbesteed door 3 ambachtslieden voor Fl 1365,79. Men mocht wel de goede stenen en hout van het oude huis gebruiken. Op 5 juli werd dat afgebroken en op 2 aug begon men aan het nieuwe huis. Op 20 aug werd de eerste steenlegging gedaan in het midden van de muur rechts naast de voordeur. De burgemeester legde een steen links.

Deze woning is gebouwd aan de provinciale weg tegenover het Mgr Biermansplein.

In augusus 1858 schreef hij dat sms enige tijd bij de bouw was van een raadhuis en een fabriek die in de nabijheid van zijn woning gebouwd werden. Dat is op de plaats waar ook het laatste gemeentehuis heeft gestaan. Hij noemt het raadhuis een sierlijk gebouw met een verdieping. Ook geeft hij aan dat er niet eerder zo’n gebouw was, maar dat men steeds een kamer huurde. En dat was vaak in het cafe waar nu het wapen van Westerhoven zit. De fabriek die gebouwd werd was van Jacobus van Deijck. Het was een fabriek voor het weven van kousen. Dit is het pand links naast het oude gemeentehuis. Het huis werd in 1859 opgeleverd.

Op 27 dec 1858 was er in Westerhoven een commissie vergadering over de eerste harde weg doro de dorpen. Een grindweg van Belgie naar Luyksgestel, Bergeijk, Westerhoven, Dommelen,  Valkenswaard enz.

Dit werd te Westerhoven verworpen. Later is in een provinciale zitting in 1866 bepaald dat de weg er toch moest komen.

In 1869, op woensdag 16 febr kreeg Westerhoven een fraaije brandspuit die in Amsterdam vervaardigd was. Nog nooit had Westerhoven er een gehad. In het jaar ervoor waren er in de omgeving verschillende grote branden geweest.

Door onze oud-burgemeester  Wim van Nuenen is in 1981 onderzoek gedaan naar de brandweer van Westerhoven. Een eerste reglement voor de brandbestrijding is al van 5 maart 1759, maar dat was voor de dingbank Bergeijk, waaronder Westerhoven viel.

Bij de aanvang van ons land in 1822 werd door de nieuwe gemeente Westerhoven dit reglement ook vastgesteld, dus de brandweer bleef bestaan, maar zonder brandspuit.

Tot de aanschaf werd besloten omdat er verschillende branden zijn geweest, waaronder een huis van Samuel Lamm, de voorganger van Meester Panken.

En in 1860 is er weer een grote brand in de Aarperstraat waarbij Riethoven ons komt helpen met hun brandspruit. Bij die brand werden 6 woningen en inboedels beschadigd. Vervolgens was er op 21 juni 1868 weer een brand waarbij de hulp van Riethoven met hun brandspuit nodig was en dus ging men praten over het aanschaffen van en eigen brandspuit. Die uiteindelijk in 1869 kwam.

Burgemeester van Nuenen deed zijn onderzoek naar aanleiding van het 25 jarig bestaan van de vrijwillige brandweer onder leiding van Harry Smolders.

De laatste nieuwe brandweerauto werd onthuld door oud burgemeester Jacques van Beek. Deze auto had de naam Jacques.  Ik stond naast de oud burgemeester toen deze naam onthuld werd. Onder het applaus daarna zei ik tegen hem: “Ik heb toch het idee dat iedereen denkt dat deze auto naar jou genoemd is!!!!

Ik heb het verder maar zo gelaten, per slot van rekening was hij toen de burgemeester .

De volgende keer gaan we weer verder met Meester Panken.

               

Jacques van Veldhoven